Veel mensen zien me als eigengereid en autonoom. Ik zie ook een andere kant: ik kan enorm versmelten, zeker in liefdesrelaties. Ik kan goed aanvoelen waar de ander uithangt en daar moeiteloos op aansluiten. Ik maak de oversteek naar de ander en ga dáár iets doen. Ik val zó samen met de ander dat ik mezelf vergeet. Ik zeg ja tegen dingen waar ik geen zin in heb of zet mijn gevoelens aan de kant om er voor de ander te zijn.
Omgekeerd verwacht ik hetzelfde. Als ik me kut voel, vind ik dat ik dat ongevraagd en ongeremd bij mijn lief mag neerleggen. Dat zij zich dan voor mij ‘opoffert’ en voor mijn geraakte kind zorgt. Dat ze haar verlangens en behoeften parkeert voor mij. Ik ben dan op zoek naar een mama-schoot waarin ik veilig ben en onvoorwaardelijk mag rusten
Naast dat ik mezelf wegcijfer in het versmelten, zaag ik ook aan de poten van de autonomie van de ander. In het versmelten zit namelijk een verkapt oordeel: “je kan het niet zelf, je hebt mijn hulp nodig”. In het accepteren van mijn hulp, krijgt de ander het ‘bewijs’ dat zij het ook echt niet zelf kan.
Naar mate we beiden onze autonomie verliezen, wordt het steeds meer een dramatische brij. Persoonlijke verantwoordelijkheid vervaagt. Alles wordt een bolletje wol waarvan het begin en eind onvindbaar is.
In al mijn relaties speelde dit patroon. Vrouwen die niet zo makkelijk versmolten, zag ik niet staan. Daar kon ik niets mee. “Geen contact mee te krijgen” zei ik dan.
N. versmelt niet…
Dat ik met N. begon te daten was alleen mogelijk omdat ik anderen had om mee te versmelten. Ik heb altijd gezegd dat ze geen relatiemateriaal was. Ik wist dat toen niet, maar dat was omdat ze niet versmolt. En vanuit mijn perspectief voelde dat als koel en afstandelijk.
- Ik doe wel eens ‘onbezonnen’ dingen en ergens verwacht ik dan een: “Zou je dat nou wel doen?”. Die komt nooit.
- Ze vroeg me laatst of ik ontbijt wilde maken. Hoewel ik het moeilijk vond, zei ik “nee”. Ze bedankte me voor mijn eerlijkheid.
- Ik lag ziek in haar bed en probeerde te slapen. Ze deed het licht aan en ging de was opruimen. Ze had zich niet bedacht dat ik dat vervelend vond.
Dit zijn allemaal voorbeelden waarin ik versmelting verwachtte, waar ze niet aan meedeed. Hoewel het me nog steeds soms wat afstandelijk overkomt, vind ik het ook heerlijk. Ik voel dat ik écht mezelf mag en kan zijn, zonder dat ze me probeert te veranderen. Ik leer iets over autonomie. Dat ik grenzen mag hebben. Dingen mag weigeren. Dat ik moet vragen om wat ik wil. Dat ik niet aan verwachtingen hoef te voldoen. Dat ik mezelf kan dragen en niet gered hoef te worden.
Als ik dit teruglees, klinkt het als een enorm open deur. Dit roep ik al jaren. Maar ik voel nu pas hoe het écht is. Hoe het is als dat écht op zijn plek valt. Het verschil tussen weten en ervaren. Wauw.
Wil jij je versmelten en je autonomie onderzoeken? Doe dan mee aan de Karakterstructuurworkshops van de Symbioot. Meer informatie en de agenda vind je hier.
Add Comment