De afgelopen tijd is mijn tijdlijn behoorlijk man-onvriendelijk geweest. (voornamelijk) Vrouwen trekken stevig van leer over grensoverschrijdende mannen. Het is goed dat het hele onderwerp consent en het schenden daarvan bespreekbaar wordt en dat de feiten op tafel komen. Tegelijkertijd voel ik me er ook ongemakkelijk bij. Het gemak waarmee mannen over één kam worden geschoren voelt pijnlijk en onterecht.
Ik heb al regelmatig de wens gehad hierover te schrijven maar als het summum van privilege (witte, cis-gender, hoogopgeleide hetero man), voelde ik niet de ruimte dit te doen. Nu heb ik het toch gedaan omdat ik de discussie breder wil trekken en een dieper probleem wil blootleggen, voorbij het begrijpelijke maar uitgekauwde dader-slachtofferverhaal.
Twee aannames
In de hele discussie over consent zie ik twee aannames:
- Mannen te dom zijn om zoiets eenvoudigs als ‘Consent’ te begrijpen.
- Mannen willen seks, of hun partner dat nu wil of niet.
Deze twee aannames wringen voor mij nogal. Grensoverschrijding gebeurt zó veel dat het niet af te schuiven is op domheid, psychische problemen, individuele gekte of ‘een klein groepje dat het verziekt’. Het moeten ‘hele normale’ mannen zijn met een baan, vrienden en kinderen die grensoverschrijdend zijn. Het beeld van de man als domme holbewoner die nauwelijks twee woorden aan elkaar kan knopen, past voor mij gewoon niet.
Wat drijft deze ‘normale’ mannen om doelbewust consent te negeren of door te drammen om vervolgens te kunnen vrijen met een vrouw die dat helemaal niet wil? Ik kan me niet voorstellen dat hele volksstammen daar doelbewust voor tekenen. Wat is er dán aan de hand?
Is consent zo eenvoudig?
De theorie van consent is heel eenvoudig en mannen zouden inderdaad dom zijn als ze dat niet snapten. Nee is nee en ja is ja, punt. Wat is daar ingewikkeld aan?
De schoen wringt hierin op twee plaatsen. Ten eerste is onze uiterlijke ‘ja’ niet altijd in lijn met waar ik écht zin in heb. Dat is geen zweverig gewauwel maar simpelweg dat ik wel eens iets tegen mijn zin in doe, net als jij waarschijnlijk. Daarnaast zeg ik ook wel eens ‘nee’ om hele andere redenen dan dat ik werkelijk geen zin heb. Het kan zijn dat ik mijn verlangens niet durf toe te geven of een imago probeer op te houden. We zijn dus regelmatig niet congruent (=overeenstemming tussen binnen en buiten) in ons consent. Ten tweede is consent ook nog iets vloeiends. Ik heb nú geen zin in seks maar over een half uur misschien wél.
Ons instemmen of weigeren is een vloeiend geheel van verlangens, indoctrinaties, (onbewuste) belangen en andere overwegingen. Zeker rondom seks en relaties spelen zoveel ideeën en belangen mee, dat congruent zijn echt een klus is. Als we het zelf al moeilijk vinden om congruent te zijn, is het voor anderen nóg moeilijker om helder te hebben of we nu wél of niet willen. Laten we het idee dan consent iets eenvoudigs is, dus alsjeblieft loslaten!
Een waargebeurd verhaaltje
Een verhaaltje ter illustratie van de potentiële ingewikkeldheid van consent:
Een tijd geleden ontmoette ik via via een meisje. We hadden een click en hielden daarna wat contact. Via de app was het vaak flirterig en spannend, zonder dat er expliciet iets over seksuele intenties werd gezegd. Dat ging een paar weken door tot we een afspraak maakten.
Na een paar drankjes in de kroeg gingen we naar haar huis, waar we knus op de bank zaten en nog wat dronken. Met de vibe van die avond en het app-contact in de weken ervoor leek de wederzijdse interesse aanwezig, dus ik probeerde haar te zoenen. Tot mijn verbazing draaide ze haar hoofd weg.
Ik deelde mijn verbazing en vroeg om opheldering maar er kwam niet echt een antwoord (ook geen expliciete nee). Ik checkte voor mezelf of ik het me alleen maar verbeeld had, die wederzijdse interesse. Mijn conclusie was dat dat niet zo was en dat dit een geval van ‘playing hard to get’ was.
Ik heb het spelletje meegespeeld door haar haar biertje te ‘ontzeggen’, door haar fysiek bij haar drankje weg te houden. Er ontstond een soort stoeipartijtje waarin ik haar kuste op haar wang en schouders als ik daar de kans toe kreeg. Uiteindelijk kuste ze mij “per ongeluk” op mijn mond. Vanaf dat moment was er zeker een ‘ja’, die de maanden erna ook consistent is gebleven.
In retrospect
Ik heb die avond een spannend spel gespeeld. Dit zo opschrijvend ben ik ook best bang voor de reacties. We hadden wat gedronken, ik heb de impliciete ‘nee’ van haar hoofd wegdraaien genegeerd en heb mijn fysieke overwicht voor het spel gebruikt. Dit alles op basis van mijn voorgevoel dat ze eigenlijk wél wilde. Mijn gevoel klopte maar ik huiver bij het idee dat dat niet zo was geweest. Dan was dit een heftig grensoverschrijdende situatie geweest…
Doordrammen als effectieve strategie.
Mijn tweede stelling was dat mannen seks willen, ook als de partner dat niet wil. Dat lijkt een logische conclusie aangezien ze anders wel zouden stoppen met nafluiten, doordrammen of ongevraagd betasten. Zijn mannen écht zulke machtswellustige wezens? Ik betwijfel het!
Elke kleuter met inconsequente ouders weet: Als ik maar lang genoeg blijf zeuren dan krijg ik misschien tóch een snoepje. Voor mannen is het denk ik niet anders. Omdat ‘ja’ en ‘nee’ niet altijd onveranderlijk en congruent zijn en er een hoop ‘hard to get’ gespeeld wordt, is even volhouden zo’n gekke strategie nog niet. Wie weet wordt de afwijzing toch nog een instemming!
Dus zelfs als je als vrouw heel congruent en helder bent in je ‘ja’ en ‘nee’, heb je te maken met de incongruentie van je collega-vrouwen die je voorgingen en ‘gezwicht’ zijn voor het gedram. Misschien om van het gezeik af te zijn maar zeker ook omdat ze op enige wijze ‘hard to get’ speelden.
Een belangrijk aspect hiervan is ook de emotionele afstomping van de gemiddelde man. Jongetjes wordt al vroeg geleerd zich af te scheiden van hun gevoelens. Ze mogen niet zwak, sentimenteel of gevoelig zijn. Doordat ze deze subtielere stukken in zichzelf ontkennen, zijn ze ook niet in staat de hints van vrouwen op te pikken. Veel mannen kunnen dus niet het subtiele onderscheid maken tussen al deze gradaties van ‘ja’ of ‘nee’. Om er maar zeker van te zijn dat ze geen kansen laten schieten, drammen ze dus door. Het is niet fraai én tegelijkertijd niet zo verwonderlijk.
Paarlen voor de Zwijnen
Traditioneel wordt van vrouwen verwacht dat ze de schone, kieskeurige en kuise oesters zijn. Hun parel is niet bedoelt voor zwijnen. Om aan dit beeld te voldoen moeten ze hun libido en wens tot losbandigheid onderdrukken en ontkennen. Van vrouwen wordt verwacht dat ze ‘nee’ zeggen, behalve tegen die ene ware prins op het witte paard.
Mijn vermoeden is dus dat vrouwen vaak al ‘nee’ zeggen voor ze gevoeld hebben of ze überhaupt willen óf niet durven uitkomen voor hun verlangen om ‘ja’ te zeggen. In beide gevallen is hun ‘nee’ niet congruent en daarmee potentieel open voor verandering.
Van mannen wordt verwacht dat het seksuele wezens zijn. Het is wellicht niet zo verlicht en verheven, maar ‘het vlees is zwak’ en dat wordt geaccepteerd. Misschien is het zelfs nog sterker: “echte mannen willen altijd seks en met een minder sterk libido ben je al snel een loser”.
Het is niet voor niets dat je als losbandige vrouw denigrerend ‘slet’ genoemd wordt en als losbandige man in aanzien stijgt omdat je zoveel vrouwen ‘weet te regelen’.
Ik geloof er heilig in dat er weinig verschil in libido zit tussen mannen en vrouwen, maar met bovenstaande verwachtingen wordt er een disbalans gecreëerd. Die disbalans creëert schaarste: het aanbod wordt kleiner dan de vraag. Bij schaarste gaat er een hoop menselijkheid verloren en wordt het ‘pakken wat je pakken kan’. Vanuit hier bekeken vind ik het niet verwonderlijk dat mannen drammerig worden en genoegen nemen met een ‘vooruit dan maar…’ in plaats van een ‘Hell Yes’. Het verklaart ook dat mannen voortdurend aan het ‘zaaien’ zijn en alle opties openhouden. Als er weinig vis in de vijver zit, kan je maar beter veel hengels uitwerpen, toch?
Het recept voor een ramp
Om een samenvatting van de ellende te geven:
- Van vrouwen wordt verwacht dat ze ‘nee’ zeggen. Ook als ze wel willen.
- Van mannen wordt verwacht dat ze altijd willen. Ook als dat niet zo is.
- Deze disbalans leidt tot een schaarste-ervaring voor mannen.
- Schaarste leidt tot gretigheid, hyperfocus, lagere standaarden en competitie.
- Afstomping van het emotionele leven van mannen leidt tot matig invoelend vermogen.
- Schaarste en slechte afstemming leidt tot drammen en grensoverschrijding.
De schuldvraag
Als we iets niet acceptabel vinden, is de volgende stap dat we ons afvragen wie er schuldig is. Wie moet er veranderen om dit op te lossen? Zeker bij de excessen van dit hele verhaal, zoals bij Anne Faber, is dat gemakkelijk. “Het was een TBS’er, dus TBS’ers mogen nooit meer vrij komen en alle hulpverleners die het fout hebben ingeschat moeten ontslagen worden”.
Natuurlijk moeten we als samenleving voor veiligheid zorgen. Er zijn psychopaten die geen geweten en inlevingsvermogen kúnnen ontwikkelen. Er zijn mensen die door hun geschiedenis zo beschadigd zijn dat het (waarschijnlijk) niet meer goed komt. Mensen die keer op keer ernstig over de grens gaan, moeten van de straat gehaald worden. Misschien niet eens om ze te straffen maar vooral om anderen voor hen te beschermen.
We zijn persoonlijk verantwoordelijk voor onze daden. Dat vind ik een groot goed. Mensen die grensoverschrijdend zijn, moeten daar op worden aangesproken en moeten de kans krijgen dit te veranderen. Ik denk ook dat veel van de ‘normale’ mannen die wel eens een grens over gaan, daar best op kunnen reflecteren in de goede omgeving.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De schuldvraag en persoonlijke verantwoordelijkheid heeft ook een schaduwkant. Het ontkent namelijk de maatschappelijke, collectieve verantwoordelijkheid. Zo lang we die mannen maar afschilderen als onaangepast en psychisch niet in orde, hoeven we niet breder te kijken en kunnen we onze collectieve aandeel in dit geheel negeren.
Als we voorbij persoonlijke schuld kijken, ligt de verantwoordelijkheid bij onze verzameling van overtuigingen en ideeën over seksualiteit en relaties. We zijn allemaal geïndoctrineerd door deze ideeën en houden dus collectief dit geloofssysteem in stand. We hebben dus ook collectief de verantwoordelijkheid om dit geloofssysteem te transformeren. Door onze vinger naar mannen of vrouwen of wie dan ook te wijzen, maken we onszelf onschuldig en ontslaan we onszelf van de kritische blik die we allemaal nodig hebben voor verandering.
Wat kunnen we doen?
Als we voorbij de persoonlijke schuld kijken en toewerken naar culturele verandering, dan hebben we het volgende te doen:
Congruenter zijn
Los van gender of seksualiteit zullen we allemaal congruenter moeten worden in onze ‘ja’ en ‘nee’. Hoe betrouwbaarder we collectief worden met ons consent, hoe minder we afhankelijk zijn van de (mis)interpretatie van de ander. Hiervoor moeten we onze eigen beweegredenen onderzoeken en helder krijgen waar deze incongruentie ontstaat en hoe we die kunnen doorbreken. Dit zit vaak in ideeën over hoé we moeten zijn om een goed mens te zijn of geaccepteerd te worden.
Schaarste opheffen
De (ogenschijnlijke) disbalans in seksuele drive moet doorbroken worden. Als eerst moet het idee dat ‘mannen altijd willen’ doorbroken worden. Ook mannen hebben wel eens geen zin en dat is ok! Daarnaast moeten mannen ook andere vormen van intimiteit ontwikkelen, het liefst onderling. Je kan denken aan mannencirkels, knuffelen en delen over emoties. Een bijkomend voordeel van deze grotere intimiteit is dat ze invoelender worden en dus beter onderscheid leren maken tussen een echte ‘nee’ en ‘playing hard to get’. Dit zal de ‘druk’ op vrouwen en moeten scoren, verlagen.
Vrouwen hebben te ontdekken dat zij ook seksuele wezens zijn en dat dat ok is. Ze hoeven niet langer ‘hard to get’ te spelen of hun illusoire kuisheid te beschermen door ‘nee’ te zeggen. Hun congruentie zal toenemen en het vrouwelijke aanbod zal waarschijnlijk stijgen. De schaarste en de onduidelijkheid neemt daardoor af en daarmee dus de kans op grensoverschijding.
Tot slot
Het spijtigste aan dit verhaal is dat er geen gemakkelijke oplossing is en we dus nog wel even opgescheept zitten met dit verwrongen beeld van seksualiteit en de grensoverschrijding die daarvan het gevolg is.
Om toch een beetje hoopvol te eindigen: In mijn persoonlijke (tantrisch geïnspireerde) kring zie ik wel hoopvolle dingen. Ik zie vrouwen groeien in het uitspreken en vervullen van hun seksuele verlangens. Mannen ontspannen daardoor in hun zoektocht naar seks en en worden kritischer en minder grijperig. Ik zie mannen die hun kwetsbaarheid omarmen in mannengroepen en daarmee afgestemder worden naar vrouwen.
Het hele gebied van seksualiteit wordt ontspannener en daardoor bespreekbaarder en gemakkelijker. Als de lading eraf valt, wordt het weer een speels geheel waar niets verstopt of onderhands geregeld hoeft te worden. Waar ik een paar jaar geleden nog met mijn toenmalige vriendin haar huisgenoot tot een trio probeerde te verleiden, nodigen we nu gewoon iemand uit voor koffie om dat onderwerp eens te verkennen en te bespreken.
Ook deze scene is niet zonder problemen of fouten, maar deze micro-samenleving voelt voor mij wel als een stap in de goede richting!
NB: dit is mijn langste blog ooit en toch voelt het als “barely scratching the surface”. Om de behapbaarheid van dit artikel heb ik allerlei aanverwante onderwerpen en nuances weggelaten. Ik vraag je begrip hiervoor.
Ik ben benieuwd naar jullie visie hierop. Herken je dingen, ben je het er (niet) mee eens, is er iets wat je wil aanvullen? Ik hoor het graag!
Add Comment